O ja, het gebeurt nog wel eens dat ik mezelf een paar therapiesessies cadeau doe. Recent merkte ik weer eens op hoe ‘oude pijn’ zich kwam nestelen tussen de dingen van de dag en er met alle gemak de boel op stelten kwam zetten en alles plotsklaps hopeloos complex maakte.
Als dat gebeurt is kijken in de ravijn het allerlastigste wat er is … en de verleiding groot om maar te ‘doen doen doen’ of ervan te gaan lopen (alé zo werkt dat toch bij mij).
Gelukkig slaag ik er doorgaans vrij snel in om min of meer ergens het midden te houden tussen toelaten, niet verdringen en er ook niet in verdrinken … Ik val voldoende op mijn pootjes om mijn hoofd wat congé te gunnen en heb er enigszins vrede mee dat ik dan maar even eerder in overlevings- dan in creëer modus zit …Verder besteed ik wat extra aandacht aan de basics (eten, slapen, bewegen) in afwachting dat ik op gesprek kan en ik wacht vooral niet te lang om contact op te nemen.
Samen met m’n supervisor/ therapeut zet ik één en ander op een rijtje, krijg ik in de chaos een soort van essentie of rode draad gevat én kom tot de conclusie dat daar de sleutel voor me ligt, of beter nog dat dat – voor mij althans- de sleutel is : bestaansrecht, wat bestaansrecht krijgt, kan in beweging komen.
Het doet me diepgaand deugd dat er bestaansrecht is voor mijn stijl, voor de manier waarop ik naar de dingen kijk en hoe ik bepaalde dingen hebben beleefd, voor mijn stortvloed van woorden en mijn emotionaliteit en heftigheid … en dan, dan gebeurt het wonder. Ik hoefde me niet te verantwoorden, ik hoefde niet meer begrip te hebben voor … ik hoefde niet …
Als mijn therapeut het heeft kunnen laten me te willen redden, het me mooier of anders te laten bekijken, … Als er alleen maar bestaansrecht is geweest voor alles wat er was (en geen oordeel of advies), dan maak ik zélf een nieuw verhaal, dat recht doet, de pijn niet miskent én een nieuw perspectief opent.
Bestaansrecht, het laatste woord is er nog niet over gezegd. Wel vind ik het een bijzonder mooi woord voor in het rijtje van 50.