‘Ik zie therapie als mentale fitness die van mijn brein een betere spier heeft gemaakt. Niet alleen een sterkere spier maar ook een spier die de activiteit die ze moet uitvoeren – denken – beter onder controle heeft. Ik heb me bevrijd van frustraties en angsten, van verkeerde percepties en doemscenario’s. Ik leef meer in het nu, met een onbevooroordeelde blik op mijn verleden en toekomst. Ik ben strenger (minder vanzelfsprekend begripvol en daardoor afhakend van mezelf) en milder (minder veeleisend) voor mijn medemens geworden. Ik ben meer ongedwongen gelukkig en heb geluk kunnen inpassen als een ‘way of life’ in plaats van een tijdelijk gevoel. Ik ben me meer bewust van wat me gelukkig maakt en zoek dat geluk meer op. Het maakt me ook gelukkig dat ik verantwoordelijkheid mag opnemen voor mijn eigen leven. Ik heb geleerd dat drempels vaak minder hoog zijn dan ze lijken. Ik heb geleerd dat schaamte en onzekerheden vaak illusies zijn. Er is veel mogelijk als je in mogelijkheden gelooft. Het is goed het krampachtige los te laten en in je intuïtie te geloven.’